Pesten - SpelTips.eu

Bordspellen

Pesten

Het spelletje Pesten kan met vele regels worden gespeeld. Zo heeft iedereen wel eigen regeltjes. Hieronder worden algemene regels van het kaartspel uitgelegd.


Algemene regels

Alle spelers krijgen een gelijk aantal kaarten. Het aantal kaarten hangt af van het aantal spelers. Meestal zijn dit 7 kaarten. De kaarten die overblijven, vormen de trekstapel. De spelers leggen om de beurt een kaart af op een centrale aflegstapel. In tegenstelling tot Jassen, wordt dit spel met de klok mee gespeeld.

De af te leggen kaart moet qua waarde of kleur gelijk zijn aan de bovenste kaart van de aflegstapel. Als de bovenste kaart dus een klaver boer is, kan een speler daar bijvoorbeeld een ruiten boer of een klaver 4 opleggen. Een ruiten 7 past niet op een klaver boer.


Een ruiten 7 past niet op een klaver boer, een ruiten boer of een klaver 4 wel.

Wanneer een speler niet kan spelen, moet hij een kaart van de trekstapel nemen. Als de getrokken kaart wel gespeeld kan worden, kan hij deze kaart afleggen tijdens dezelfde beurt.
De speler die het eerst al zijn kaarten kwijt is wint.


Speciale Kaarten

Een aantal kaarten hebben een bijzondere functie. Welke regels hiervan worden toegepast, verschilt per regio en per spel. Spreek dus van te voren af welke speciale kaarten meedoen in het spel.

Kaart Functie
Elke 2:
De volgende speler pakt 2 kaarten van de trekstapel. Daarna is deze speler direct aan de beurt. Als hij dan dus niet kan spelen, moet hij nogmaals een kaart pakken van de stapel.
Elke 5:
De volgende speler moet een kaart opleggen die een 5 of lager is. Als de volgende speler alleen maar hoge kaarten heeft, moet hij dus een kaart van de stapel pakken. De speler die dan aan de beurt is, moet ook een 5 of lager opgooien.
Een andere optie is dat de volgende speler een vrouw op moet gooien ("5 pak een wijf"). Als de volgende speler geen vrouw heeft, moet hij net zo lang kaarten pakken van de stapel, tot hij een vrouw heeft.
Elke 7:
De speler mag nog een kaart op de stapel leggen ("7 blijft kleven"). Als de speler geen kaart in zijn hand heeft die er nog op past, moet hij een kaart van de stapel pakken. Als deze kaart wel past, mag de speler deze kaart direct wegleggen.
Een variant op deze regel is ook mogelijk. Soms mag de speler na het spelen van een 7, alle kaarten van die kleur weggooien ("7 alles geven"). Als de speler dus een ruiten 7 speelt, mag hij dan alle ruiten kaarten opgooien.
Elke 8:
De volgende speler moet een beurt overslaan ("8 wacht").
Elke 10:
Voor de 10 zijn er meerdere mogelijkheden. 1 regel is dat de volgende speler zijn kaarten aan iedereen moet laten zien ("10 zien"). Een andere regel is dat de volgende speler een kaart moet opgooien, die een 10 of hoger is.
Een leuke andere regel, is dat na het spelen van een 10 iedere speler al zijn kaarten moet doorgeven aan de volgende speler ("tien wasmachine"). Op deze manier kan een speler met veel kaarten heel tactisch een 10 spelen!
Elke boer:
De speler mag een kleur kiezen waar de volgende speler mee moet spelen. Dit kan dus ruiten, harten, schoppen of klaver zijn. Een boer mag alleen worden opgelegd als deze past op de voorgaande kaart. Een ruiten boer mag dus op een ruiten 3 worden gelegd, maar niet op een schoppen koning.
Elke koning:
Voor de koning zijn er meerdere regels mogelijk. 1 is dat de volgorde waarbij de spelers aan de beurt komen omdraait. In plaats van met de klok mee, wordt er dus tegen de klok in gespeeld ("heer keer").
Een andere optie is dat de speler na het spelen van de koning, nog een kaart mag spelen die daar op past ("heertje nog een keertje")
Elke aas:
Meestal wordt de aas gebruikt om de volgorde van het spel om te draaien. Als de aas wordt gespeeld wordt het spel dus tegen de klok in gespeeld in plaats van met de klok mee, of juist met de klok mee als het spel al tegen de klok in ging ("aas draai"). Bij een spel met 2 spelers heeft de aas dus geen speciale functie.
Elke joker:
De ultieme pestkaart van het spel: de volgende speler moet 5 kaarten van de trekstapel pakken. De speler die de joker opgooide, bepaald de nieuwe kleur. De joker mag op elke kaart gespeeld worden.

Op deze regels zijn nog veel varianten te bedenken. Veel mensen maken hun eigen regels met dit spel. Bepaal voor het spelen met welke regels er gespeeld wordt, om verwarring te voorkomen!

Extra spelregels

Soms komen er situaties voor waarbij je afvraagt wat de regels zijn. Hieronder proberen we de meeste extra regels en tips op een rijtje te plaatsen. Om direct maar het belangrijkste punt te noemen: Het is niet toegestaan om met een pestkaart uit te gaan!


Extra kaarten gebruiken

Het spel wordt gespeeld met alle 52 kaarten van het kaartspel plus de jokers. Soms komt het voor dat u het spel met een grote groep speelt. Dan is het gewoon mogelijk om het spel met meerdere pakjes kaarten tegelijkertijd te spelen! Speelt u met meer dan 5 spelers, dan is het leuker om 2 pakjes kaarten te gebruiken.


Laatste kaart

Elke keer dat een speler nog maar één kaart heeft, moet de speler op de tafel kloppen. Doet de speler dit niet, dan moet hij 2 strafkaarten pakken. Ook als de speler per ongeluk klopt terwijl hij meer dan 1 kaart in zijn hand heeft, moet hij 2 strafkaarten pakken.
Als een speler in 1 beurt meerdere kaarten opgooit, moet de speler kloppen voor hij de laatste kaart opgooit. Doet hij dit niet, dan moet hij 2 strafkaarten pakken en is zijn beurt voorbij!


Pestkaart als laatste kaart

Een speler mag niet een pestkaart als laatste kaart opgooien. Een joker, een 2 en een boer worden vaak als pestkaart gezien. Doet de speler dit toch, dan moet hij 2 strafkaarten pakken.
Als de speler als laatste kaart een 7 opgooit, moet hij nog een kaart opgooien. Hij moet dus een kaart van de trekstapel pakken. Past deze kaart toevallig, dan heeft de speler het spel gewonnen.