Bridge - SpelTips.eu

Bordspellen

Bridge

Bridge is een kaartspel dat ook onder de denksport geplaatst kan worden. In duplicaatbridge is bewust gestreefd naar het zoveel mogelijk uitschakelen van de factor 'geluk' als bepalend voor de uitkomst. Het spel vereist concentratie, geheugen en logisch denken en goede samenwerking tussen partners. Bridgen bestaat uit twee delen, het bieden en het spelen.


Spelverloop

Het spel wordt gespeeld met 52 kaarten. Ze worden een voor een gedeeld, te beginnen bij de speler links van de gever, met de klok mee tot iedere speler 13 kaarten bezit.

Het wordt gespeeld door vier personen. Aan iedere speler wordt een windrichting toegekend. Dit is dus Noord, Oost, Zuid of West. Noord en Zuid spelen samen in 1 team. Ze spelen samen tegen Oost en West, die ook 1 team vormen. De teams kunnen op het moment van het spel worden gevormd, maar professionele spelers hebben vaak een vaste partner. Omdat zij al heel lang samen spelen, begrijpen ze elkaars spel.
De spelers zien elkaars kaarten niet. Een goed bridgepaar begrijpt elkaar en vertrouwt elkaar, zodat ze effectief kunnen bieden en tot een 'contract' komen. Na het bieden wordt gespeeld, waarbij ieder team zo veel mogelijk slagen probeert te maken.

Het bieden

Het doel van het spel is zoveel mogelijk slagen halen als team. Het gaat dus niet om het aantal punten, zoals bij Klaverjassen. Aan het begin van het spel start een zogenaamde biedronde. Iedere speler heeft om de beurt de keuze uit 2 opties: passen of bieden. De speler geeft met de hoogte van zijn bod aan, hoe sterk zijn kaarten zijn. Hoe meer slagen de speler denkt binnen te halen, hoe hoger zijn bod is. Hiermee geeft de speler ook een signaal naar zijn partner.

Een speler kan ook een contract bieden. Dit doet een speler door een aantal (maximaal 7), en een kaartsoort te noemen. Dit is dus klaveren, harten, ruiten of schoppen. De gekozen kaartsoort is een troefkleur, maar kan ook Sans Atout (zonder troef) zijn.
Daarna mag de volgende speler kiezen of hij een hoger bod wil doen. Een lager bod is niet mogelijk. Een bod is hoger als het wordt gedaan met een hogere kaartsoort, of een hoger aantal. De volgorde van de kaartsoorten is als volgt vastgelegd, van laag naar hoog:

- Klaveren
- Ruiten
- Harten
- Schoppen
- Sans (SA) (zonder troef, Sans Atout SA, no trumps NT)


Bieden

Het laagste bod dat een speler kan doen, is dus '1 klaveren'. Dit betekend dat de speler samen met zijn partner tenminste 7 slagen moet behalen, wanneer klaveren troef wordt gemaakt. Het team moet dus 6 slagen halen, plus het bod dat is gedaan. In dit voorbeeld is dat 6+1, 7 slagen.
Het bod blijft echter zelden op '1 klaveren' steken maar wordt meestal opgevolgd door een hoger bod, hetzij van de tegenpartij, hetzij van de partner (of allebei). Het bieden kan een aantal keren de tafel rond gaan. Een speler die in eerste instantie gepast heeft, mag zich naderhand alsnog in de bieding mengen. Een speler kan zijn beurt om te bieden voorbij laten gaan door 'pas' te zeggen.
In plaats van 'pas' of een contract, kan er ook gedoubleerd worden. De traditionele betekenis van 'doublet' is "ik denk dat de tegenstanders datgene wat zij geboden hebben, niet kunnen halen, en ik wil dat de puntentelling verzwaard wordt".
Als er gedoubleerd wordt, kan er geredoubleerd worden. Dit betekent "Wij halen wel wat wij geboden hebben, hoewel de tegenpartij denkt van niet, en ik maak de puntentelling nóg zwaarder.".

Doubleren mag alleen als het laatste geboden contract een contract is van de tegenpartij dat nog niet gedoubleerd is. Redoubleren mag alleen als het laatste geboden contract een contract is van de eigen partij dat (door de tegenpartij) gedoubleerd is.
Het bieden is afgelopen als er drie spelers achter elkaar passen. Het hoogste bod wordt het contract van het spel. Het paar dat dit contract heeft gesloten (de 'leider' en de 'blinde') zal proberen zes slagen te maken plus het genoemde aantal. Is er '4 schoppen' geboden, dan moeten er, met schoppen als troef, dus tien slagen worden gemaakt. De tegenstanders ('verdedigers') zullen proberen te voorkomen dat dat lukt.

Wordt het contract gemaakt, dan ontvangen de leider en de blinde punten voor het geboden contract, en ook nog voor de overslagen, dat zijn de slagen die boven het contract zijn gemaakt. Voor overslagen wordt echter in het algemeen minder gescoord dan wanneer er hoger geboden zou zijn.
Wordt het contract niet gemaakt, men zegt dan dat het contract down gaat, dan krijgen de verdedigers punten voor iedere downslag.
Is het contract gedoubleerd of geredoubleerd, dan worden er meer punten genoteerd, maar niet precies twee of vier keer zo veel.


Bied conventies

Het is belangrijk dat een speler met zijn partner communiceert om duidelijk te maken wat hij wil en welke kaarten hij heeft. Het is echter niet geoorloofd te praten, te knipogen of op andere wijze informatie door te geven. Daarom maken de spelers, voordat de kaarten verdeeld worden, afspraken dat een bepaald bod of het bijspelen van een bepaalde kaart een boodschap inhoudt. Deze afspraken heten conventies, en het geheel van afspraken heet een biedsysteem.

Zo'n afspraak kan bijvoorbeeld zijn: Als jij 1 SA hebt geboden en ik bied 2 K, dan betekent dat dat ik wil weten of jij vierkaarten hebt in harten of schoppen. Jij moet 2 R zeggen als je ze niet hebt, 2 SA als je beide vierkaarten hebt, en de kleur noemen als je een van beide vierkaarten hebt. Deze conventie heet Stayman.

Conventies mogen niet geheim zijn. Spelers maken hun biedsysteem aan hun tegenstanders bekend door hun systeemkaart te overhandigen. Daarnaast moeten de meeste conventionele biedingen worden gealerteerd en desgevraagd worden uitgelegd door de partner van de speler die het conventionele bod heeft gedaan.

Het spel

Bridge is een slagenspel; een slag is een ronde waarbij iedere speler een kaart speelt. Spelers moeten kleur bekennen, dat wil zeggen dat een bijgespeelde kaart van dezelfde kleur moet zijn als de eerste kaart van de slag, dat is de gevraagde kleur. Alleen als een speler de gevraagde kleur niet heeft, mag hij een willekeurige kaart bijspelen. Er mag dus alleen getroefd worden als de gevraagde kleur niet (meer) voorhanden is, maar troeven is niet verplicht. Heeft een speler de gevraagde kleur niet, dan heeft hij helemaal vrije keus. Een slag wordt gewonnen door de hoogste troefkaart, en als er geen troef in de slag is gespeeld door de hoogste kaart van de gevraagde kleur. De volgorde van de kaarten is van hoog naar laag: A H V B 10 9 8 7 6 5 4 3 2. Deze volgorde geldt ook voor de troefkleur.


Volgorde van de kaarten van hoog naar laag


Nadat een slag is gemaakt, legt de speler die de slag won de eerste kaart van de volgende slag op tafel.
In het bieden is het contract vastgesteld. De speler van het paar die als eerste de speelsoort van het contract geboden heeft (klaveren, ruiten, harten, schoppen of Zonder Troef), wordt leider in het spel (in het Engels 'declarer', niet 'leader'). Zijn linkertegenstander ('leader') mag het spelen beginnen met de eerste kaart, de uitkomst. Vervolgens legt de partner van de leider zijn kaarten open op tafel, hij wordt dummy of blinde. De leider speelt zowel de kaarten uit zijn eigen hand als de kaarten van de dummy. De dummy is gedurende het spelen dus niet actief bij het spel betrokken, maar hij mag de kaarten hanteren en ingrijpen als er een overtreding wordt begaan.

Tijdens het spelen is het bij bridge gebruikelijk, in tegenstellng tot andere slagenspellen, dat elke speler zijn eigen kaarten bij zich houdt. Als de slag geheel gespeeld is, pakt iedere speler zijn eigen kaart op en legt hij deze dicht voor zich neer. Afhankelijk van wie de slag heeft gewonnen, wordt de kaart horizontaal of verticaal neergelegd, zodat men aan het eind van het spel aan de hand van het aantal horizontale en verticale kaarten bekeken worden hoeveel slagen elke partij gehaald heeft. Doordat de spelers hun kaarten bij zich houden, kan men achteraf nog precies zien hoe de kaarten verdeeld waren (wat het nakaarten makkelijk maakt) en bovendien is het bij wedstrijden mogelijk dat er aan een andere tafel wordt gespeeld met dezelfde kaartverdeling.

Als de leider, samen met zijn partner, het aantal slagen heeft dat nodig is voor het behalen van zijn contract, heeft de leider het contract gehaald. De slagen die hij eventueel meer haalt, heten overslagen. Als de leider minder slagen haalt dan er geboden zijn, gaat hij down. Als de leider zijn contract haalt, krijgt zijn partij daar punten voor, als hij down gaat, krijgt de tegenpartij punten.


Speelconventies

Net als in het bieden, kunnen voor het tegenspelen afspraken worden gemaakt. Signaleren is toegestaan, mits het signaal wordt afgegeven door de kaarten. Ook hebben bridgepartnerships afspraken over de manier van uitkomen. Net als bij het bieden zijn de afspraken die men maakt openbaar. De leider mag dus vragen wat de tegenspelers voor afspraken hebben, en hierop dient naar waarheid geantwoord te worden.


Puntentelling

Eerst een begrip:

Fit: Je hebt een fit in een kleur als je als team (dus in allebei de handen) 8 of meer kaarten van deze kleur bezit. Als vuistregel speelt troef prima als je er 8 of meer hebt, anders wordt dit hachelijk. In het bieden zoek je naar fits. Als je een fit vindt, ga je in troef spelen, in de kleur waarin je er 8 of meer hebt. Als er geen fit is, speel je zonder troef. Althans, dat zou je doen als er geen aspect in de puntentelling zat die de tactiek wat ingewikkelder maakt. Dat staat hieronder uitgelegd.

De puntentelling van contract bridge bestaat sinds 1925 en is sindsdien op hoofdlijnen niet veranderd. De puntentelling bepaalt de wedstrijdtactiek en het biedsysteem, vanwege een paar essentiële elementen:

De puntentelling: Afhankelijk van de speelsoort wordt er een bepaald aantal punten toegekend per slag (waarbij pas te beginnen met de 7e slag punten toegekend worden). Bij klaveren en ruiten (de 'lage kleuren') is dit 20 punten, en bij harten en schoppen (de 'hoge kleuren ') is dit 30 punten. Bij Sans Atout is de eerste slag 40 punten waard en elke opvolgende slag 30.

De deelscorepremie: De deelscorepremie wordt toegekend als een partnership een zgn. deelscorecontract biedt en maakt. De premie bedraagt 50 punten. Een deelscorecontract is elk contract dat lager dan een manche is (zie onder).

De manchepremie: Als een partnership een contract maakt waarvoor ze (zonder deelscorepremie) minimaal 100 punten krijgen, krijgen ze in plaats van de deelscorepremie een manchepremie toegekend. Deze bedraagt 300 of 500 punten, afhankelijk van de zgn. kwetsbaarheid (zie onder). In SA is voor de manche een contract op driehoogte nodig (3SA: 40+30+30=100 punten), waarvoor dus 9 slagen behaald moeten worden (6 slagen + 3). In een hoge kleur is een contract op vierhoogte nodig (4x30=120 punten) en in een lage kleur een contract op vijfhoogte (5x20=100 punten).
NB: De manchepremie wordt alleen toegekend als een contract op de benodigde hoogte geboden is. Als een partnership 3S biedt en 10 slagen haalt, wordt deze premie dus niet toegekend.

De slempremie: Als een contract op 6-hoogte ('klein slem') of 7-hoogte ('groot slem') wordt geboden en gemaakt, wordt er een slempremie toegekend. Ook deze zijn hoger als een partnership kwetsbaar is (zie onder).

Downslagen: Downslagen zijn slagen die een partnership te weinig haalt. Als bijvoorbeeld in een 4S-contract slechts 8 slagen behaald worden, is dit partnership 2 down. Downslagen kosten normaal gesproken 50 punten als de leider niet kwetsbaar is en 100 punten als de leider wel kwetsbaar is (voor kwetsbaarheid zie onder). Als het contract ge(re)doubleerd is kosten downslagen meer.

Overslagen: Overslagen zijn slagen die een partnership meer haalt dan zij heeft geboden. Als bijvoorbeeld in een 3S-contract 10 slagen behaald worden, heeft het partnership een overslag en is de score '3S +1'. Elke overslag levert de voor de speelsoort gebruikelijke punten op. Als het contract ge(re)doubleerd is echter meer.

Kwetsbaarheid: Een partnership is kwetsbaar of niet kwetsbaar (er zijn dus vier mogelijkheden: niemand kwetsbaar, NZ kwetsbaar, OW kwetsbaar of allen kwetsbaar). Als men kwetsbaar is zijn manche- en slempremies hoger, maar kosten downslagen ook meer. In een bepaalde variant, het robberbridge, wordt men kwetsbaar zodra eenmaal een manche gehaald is. Deze variant wordt echter nauwelijks meer gespeeld, en in moderne wedstrijdvormen is de kwetsbaarheid per spel aangegeven.

Doubleren en redoubleren: Een contract dat door de tegenpartij geboden is kan gedoubleerd worden. Resultaat hiervan is dat de punten voor behaalde slagen verdubbeld worden. Ook downslagen leveren globaal het dubbele op. Eventuele overslagen zijn veel meer waard dan gebruikelijk. Manchepremies worden aan een gemaakt ge(re)doubleerd contract toegekend als het aantal geboden slagen na de verdubbeling (of verviervoudiging) minstens 100 bedraagt. Een gedoubleerd gemaakt 2H-contract levert dus een manchepremie op, aangezien er nu 60 punten per slag (totaal 120) worden toegekend in plaats van 30. De manchepremie wordt niet hoger dan normaal.

Plus- en minpunten: Wat de ene partij plus scoort, krijgt de andere partij in de min, en vice versa.

Als u het nog niet helemaal snapt kunt u ook kijken bij de NBB, de Nederlandse Bridge Bond.